Anita en ik wonen al zo lang in Frankrijk, dat
we ongemerkt gewoonten hebben overgenomen. Ook dingen die wij ooit belachelijk
vonden. Bijvoorbeeld de bijna manische Franse behoefte om woorden uit een
“vreemde” taal te vertalen of aan te passen aan hun moederstaal.
Nu zijn wij, bijna fanatiek, lid van een Nordic
walking club. Pogingen van onze Franse clubvrienden om dat redelijk uit te
spreken zijn fataal mislukt. Een ex lerares Frans scoorde het best, zij wist
een soort “Noordiek-eh Wokien” te formuleren. Door het (vreemde) talenprobleem bij de clubleden, houdt de club
het simpel en Nordic walking blijft, “faire la Marche Nordique” (fer la Mars
Nordiek).
“Nou, ze zijn weer gelukkig hoor”, zeg ik tegen
Anita, “ze hebben er weer hun eigen Franse draai aan gegeven”. Op dat moment
realiseren wij ons dat Nederlanders, in tegenstelling tot de Fransen, vaak
uitheemse termen, vooral Engelse, klakkeloos overnemen. Dat moet afgelopen
zijn, vinden wij.

“Maar, Jan, die Fransen kunnen er ook wat van
hè, met, “faire la marche Nordique”. Dat kan natuurlijk ook veel beter en
eenvoudiger”, meent Anita. Goed, maken we ook een nieuw werkwoord voor. Wat
dacht je van, Nordiquer. Dus, je nordique, tu nordique, nous nordiquons, etc.. Anita
vindt, dat ik dat, als geintje, bij de club moet introduceren. Deze middag, tijdens
het Nordieken, doet zich een goede gelegenheid voor.
Wij zijn aan het afdalen, komt er een vrouwtje
naast me lopen. Zij vertelt mij dat dit haar eerste mars is. Nieuwsgierig als
alle vrouwen, wil ze weten of ik al lang aan Nordic walking doe. Op z’n Frans klinkt
dat ongeveer zo, “voe fet la mars nordiek lontam”? Nee, ik nordique. “Ja, dat
bedoel ik”, zegt ze, “la marche nordique”. Ik schud ontkennend mijn hoofd en
zeg nog een keer dat ik nordiek. Ze kijkt mij vertwijfelt aan en je ziet haar
denken, “sjesus, die is dom”. Met een uitgestreken gezicht leg ik haar uit dat
de juiste term voor, “faire la marche nordique”, nu Nordiquer (Nordiké) is. “Ha,
ha, nou, dat is nieuw”, roept ze, “daar geloof ik niks van”. Een ex gemeentesecretaris
met een aangeboren pokerface en die altijd wel in is voor een geintje, schiet
mij te hulp. “Maar heb je die discussie op de tv dan niet gevolgd”, vraagt hij
haar. Ook anderen gaan zich er mee bemoeien, nog meer grappen en grollen, lachen en dan is "Nordiquer" is unaniem geaccepteerd als nieuw Frans werkwoord.
Bernard, de guitigste van de groep, maakt daar gelijk een
rijmpje op.
On n’est
pas cons.
Nous Nordiquons.
On marche avec des bâtons.
Les bâtons qui piquent.
Ca c’est la marche Nordique.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten