Op weg naar huis ziet Gijs dat de auto’s inderdaad
bij Maurice op het erf staan. Als hij thuis komt, staan zijn vrouw en de buren
bij de poort. “Is bij Maurice hè, Gijs?”
“Zo te zien wel.” Zij vragen zich hardop af, of Maurice misschien weer
hartproblemen heeft. “Ik denk het haast wel, hij heeft al twee keer eerder een
hartinfarct gehad,” zegt de buurman. Ze speculeren driftig verder, een ding is
zeker, het is behoorlijk ernstig.
De zwaailichten verplaatsen weer, langzaam
komt de politie auto in beeld. Op korte afstand daarachter, de ambulance
gevolgd door een personenauto. “Dat zal zijn dochter wel wezen,” oppert de
buurvrouw. Gijs, zijn vrouw en de buren kletsen nog wat na. Volgens de
buurvrouw heeft Maurice, behalve dat hij twee hartinfarcten heeft overleefd,
ook drie bypasses en al drie jaar een pacemaker. De buurman zegt, dat hij
morgenochtend bij Yolande langs zal gaan, om even bij te praten. Ze wensen
elkaar goede nacht, want op het platte land is het morgen weer vroeg dag.
De volgende morgen komt buurman langs. Hij
heeft goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat Maurice het goed maakt en dat
hij een nieuw soort pacemaker een DAI (ICD in het Nederlands)
krijgt. Het slechte nieuws is, dat de 91 jarige moeder van Yolande, ongeveer
tegelijkertijd met de hartstilstand van Maurice, een stroke heeft gehad. Zij
kan niet meer lopen en praten en is overgebracht naar een revalidatiecentrum,
ongeveer honderd kilometer hier vandaan. Dat is verschrikkelijk, voor die arme
moeder, maar ook voor Yolande.
Maar wat was er nu precies gebeurd met Maurice?
Nou, Maurice heeft weer een hartstilstand
gehad, terwijl hij van zijn stoel opstond om naar bed te gaan. Hij is toen met
zijn achterhoofd tegen het fornuis geklapt. Grote jaap achter zijn oor en in
zijn nek. Hij schijnt volgens Yolande flink in het verband te zitten. Arme Yolande,
ze is helemaal overstuur en totaal de weg kwijt. Ze ratelt maar door en weet
niet meer wat ze moet doen. Gelukkig is haar dochter in de buurt, die kan haar
helpen en een beetje in de gaten houden.
Een dag later, gaan Gijs en z’n vrouw, naar het
ziekenhuis om Maurice een bezoekje te brengen. Bij de receptie is Maurice niet
te vinden, niet onder zijn bijnaam, noch onder zijn doopnaam. Dan komt een
slimme meid achter een beeldscherm op een idee. Misschien is hij al ontslagen.
Gijs en zijn vrouw kijken hoogst verbaasd, harststilstand, nieuwe pacemaker en
dan de tweede dag al het ziekenhuis uit? Het zal allemaal wel. Maar, warempel,
het is nog waar ook! Maurice is vanmorgen om 11.30 met ziekenvervoer naar huis
gebracht.
Nou, dan maar weer naar huis. Bijna bij huis,
zegt Gijs, “kijk eens wie daar staat.” Maurice staat met zijn fiets in de hand
langs de kant van de weg. Gijs stopt en zet de auto in de berm. Ze stappen uit,
begroeten Maurice, vragen hoe het nu gaat en waarom hij op pad is met de fiets.
“Och, ik wilde even kijken hoe de maïs er bij staat.”
Maar je bent net het ziekenhuis uit!
“Geeft niet, alles is goed, kom, ga mee, even
wat drinken.”
Oké, Gijs
en zijn vrouw stappen weer in de auto en volgen Maurice die langzaam slingerend
op z’n fiets vooruit rijdt. Als zij het erf oprijden, staat Yolande, Maurice
bezorgd op te wachten en zij vindt, dat hij onverantwoordelijk is. “Je moet je
niet zo macho gedragen, als je tenminste zondag nog 80 wil worden,” verwijt zij
hem. “Maak je geen zorgen, Yolande, ik voel me weer 20 en ik heb nu een veel
betere batterij gekregen, een echte Duracell. Die gaat minstens 4 keer langer
mee dan de vorige batterij. Dat betekent, let op, een 4 keer langere levensduur!
Daar komt bij, mijn echte leeftijd, is 4 keer mijn gevoelsleeftijd. Dan is het
een simpel rekensommetje om te berekenen hoe oud ik word, 4 keer 3 plus 4 keer 20
is 92 jaar!”
Het is even stil, dan zucht Yolande heel diep
en zegt, “waar haalt hij het vandaan.”
Iedereen schiet in de lach.