maandag 8 augustus 2011

Rijbewijs omruilen in Frankrijk

Van Rijbewijs B-E naar Permis de Conduire EB
 (Fluitje van een cent, of een gebed zonder end?)
Gijs is een echt “Internet mens.” Hij en zijn laptop zijn bijna onafscheidelijk. Stel een vraag, roep iets en Gijs heeft het al ingetoetst. Volgens hem is Internet een onuitputtelijke bron van informatie. Dat die informatie niet altijd actueel of correct is, heeft hij 2 jaar geleden gemerkt.

Tijdens haar verblijf in Nederland, belt de vrouw van Gijs naar de RDW in Veendam, voor een nieuw rijbewijs BE. Van de ambtenaar krijgt zij te horen, dat Euroburgers tegenwoordig, een rijbewijs moeten aanvragen in het land waar zij wonen. Gijs hoorde dat en, tak, tak, tak, hij zit op de officiële site van de Republique Française, de “Service-Public.fr.” Daar vindt hij alle informatie en instructies hoe en waar je een buitenlands rijbewijs kunt omruilen voor een Frans exemplaar.

Hij, copieren, downloaden en printen, inclusief een mooie checklist. Stap voor stap alles afgewerkt en à la Française, een dossiertje gemaakt.
Na alles “tig” keer gecontroleerd te hebben, gaan Gijs en zijn vrouw op stap naar de Sous-préfecture. Ze vinden de afdeling “Rijbewijzen-medische keuringen” aan het eind van een smalle gang. Daar is een piepkleine hal met links en rechts een deur, daartussen vier stoelen. Achter deze stoelen, op de muur brandt een rode lamp. Op de rechterdeur zit, scheef geplakt, een smoezelig stuk papier, waarop met viltstift staat geschreven, “U kunt binnenkomen als het rode licht is gedoofd.” Als Gijs iets belachelijk vindt, geeft hij altijd commentaar in het Westfries. “Hèw je dat zien? Moe je kaike, hoe baidehand. Je kenne hier je kont niet kere en as je hier zit, waar zit den die rooie lamp? Krek, achter je reg!” “Ja, ja, dat was mij ook opgevallen, maar houd je nou maar in,” zegt zijn wederhelft. 

Dan gaat de deur open en komt er een man naar buiten, met een kop als een boei en zichtbaar de keleire in. Hij gaat er, zonder te groeten, als een speer vandoor. De rode lamp blijft maar rood. “Ik kraig paine me nek,” jammert Gijs. Na zeker 10 minuten wachten en maar omkijken, is de rode lamp uit of kapot. Gijs en vrouw naar binnen, komen voor een lege balie. “Bonjour,” roept Gijs joviaal, geen reactie. Achter de balie zijn drie dames heel druk, één vrouw loopt driftig heen en weer met een stapel dossiers in haar armen. Legt de stapel op een bureau, trekt een dossier open, grist wat in de papieren, legt ze weer terug, klapt dossier dicht en zucht. Ze pakt de hele stapel weer op, in haar armen, zet de dossiers in een kast en slaat de deur dicht. De twee andere staan bij elkaar, de een kwekt en de ander tikt met beide middelvingers af en toe iets in. Geen van drieën maakt aanstalten om de bezoekers aan de balie te vragen wat ze komen doen. Gijs schraapt luidruchtig zijn keel. “Houd je gemak, hoor,” sist zijn vrouw. “Kom op, waifie,” antwoord hij strijdlustig, “een bietje leve in de brouwerai ken gien kwaad, aars beurt er niks.” “Ja, dat weet ik wel, maar je kunt je wel gedragen.” “Oké, oké, je zalle mai niet meer hore.” Op dat moment dribbelt de driftige dame naar de balie, “waar komt u voor?” “Omruilen van een Nederlands rijbewijs naar een Frans rijbewijs.”

“Dan bent U helemaal verkeerd, wij doen dat niet,” zegt zij bits. “Op de site van “Service-Public.fr” staat dat het wel kan, leest u zelf maar” en Gijs, goed voorbereid, laat zien wat hij allemaal gevonden heeft op Internet. “Wat op Internet staat, klopt niet, dat is voor Parijs en hier bent u niet in Parijs!” Ze pakt haar stinkende steert, maakt demonstratief rechtsomkeert en neemt de kuierlatten. Het is gelijk stil in het kantoor, geen getik en geen gekwek meer. Gijs wil net vrolijk afscheid nemen, maar ziet het kwekvrouwtje met een verbaasde uitdrukking op haar gezicht naar de balie komen en hij slikt zijn woorden weer in. Na het aanbieden van haar excuses, vraagt zij aan Gijs wat hij allemaal op de site “Service-Public.fr.” heeft gevonden. Hij geeft haar zijn mapje, zij bladert dat door en haalt er een aantal documenten en twee pasfoto’s uit. Intussen legt ze Gijs uit, dat hij voor het omruilen van zijn rijbewijs eigenlijk naar de Préfectuur moet. “Zij sturen ons een verzoek om een medische keuring te regelen, tenminste als u weer een rijbewijs E wilt hebben. E valt namelijk in de categorie ‘poids lourd1..’ Dat betekent dat u onder het regime voor vrachtwagen chauffeurs valt en iedere twee jaar medisch gekeurd moet worden. De eerste keer moet dat hier, daarna kunt u een door ons bevoegde arts kiezen in uw woonplaats.”
Die Fransen kunnen het toch niet laten om alles om te draaien, BE is hier dus EB, gaat het door Gijs z’n hoofd en hij vraagt vol verwachting, “en wat nu?”
“Ik heb nu alles en ga kijken, wat ik voor u kan doen.” Zij pakt de verzameling documenten en de twee pasfoto’s bij elkaar en gaat er mee naar de giftige dame, babbelt wat en komt weer terug naar de balie. “Wij zorgen dat uw dossier bij de Prefectur komt en dan krijgt u binnenkort een uitnodiging voor een medische keuring. “Merci, beaucoup Madame, dat is erg aardig van u, heel, heel erg aardig, prettige dag verder,” vlijt Gijs en vraagt voor alle zekerheid nog een keer, “dus wij zijn nu helemaal klaar?”
“Ja, hoor, u bent helemaal klaar.” 

Nou mooi niet, want daar komt de “chagrijnige tang aangedriftigd.” “Er ontbreekt een pasfoto,” snauwt ze. “Is die voor uw collectie?” dolt Gijs een beetje. Die opmerking valt slecht, héél slecht! Hoe Gijs dat in zijn kop durft te halen en dat hij het lef heeft om haar in de maling te nemen.
“Sorry, is niet zo bedoeld, is om de spanning te breken,” Gijs zijn vrouw geeft, om nog meer ellende te vermijden, snel een extra pasfotootje. Beleeft en uitgebreid groetend verlaten zij het kantoor.

Nu, twee jaar later is Gijs zelf aan de beurt. “Je gaat het niet zo doen als voor het rijbewijs van mij, hoor,” klinkt het waarschuwend vanuit de keuken. “Hoezo, wat was er verkeerd dan?” “Nou, ik bedoel, alleen afgaan op informatie van Internet. Bij de Marie heb ik gehoord, dat je daar ook een aanvraagformulier voor een medische keuring kunt krijgen. Dat stuur je op naar de Préfecture, dan krijg je een vragen formulier en een checklist thuis gestuurd. Dan weet je precies wat je moet doen en hoeven we niet iedere keer 56 km te rijden.” “Oké, gaan we naar de ‘Burrie.’”

Bij het gemeentehuis, “Bonjour, hebben jullie een aanvraagformulier voor een medische keuring voor mij?” “Dat is niet nodig, u kunt uw rijbewijs zo omruilen bij de Préfecture.” “Nee, het is voor een rijbewijs EB en dat is hier in Frankrijk, poids lourd.” “In dat geval moet u naar de Sous-prefectur.» “Maar,” begint Gijs zijn vrouw, “vorige keer dat ik hier was, gaven jullie een jongeman, die net geslaagd was, zo’n formulier.” “Dat zou kunnen, maar dat is lang geleden, wij mogen het, eh, sinds een jaar, niet meer doen.” “Wat jammer nu, moeten we toch weer naar de Sous-préfecture.” “Twee jaar geleden was dat niet echt een succes, maar oké, het is niet anders, prettige dag en tot ziens.” “U ook, tot ziens en ‘bon courage’.”
“Kom op,” zegt Gijs en pakt enthousiast de arm van zijn vrouw, “wai gane gezellug Soeprefeture.” “Ja, gezellig,” beaamt zijn vrouw, “straks ontmoet je daar je vrolijke vriendin.» “Skat, geeft allegaar niks, wai blaive posetief, vriendelluk en beleeft, maar as er wat te lache valt zel ik ut niet late.” 

Gijs en vrouw parkeren bij de Sous-préfecture, stappen naar binnen en lopen gelijk dat enge gangetje in. Alles is nog net zo als twee jaar geleden. Hé, mazzel, het licht staat niet op rood en Gijs zegt, “de weg is vrai, dus gelaik maar naar binne.” Binnen is wel iets veranderd, Madame Chagrijn, Gijs z’n vriendin, is er niet en zo te zien, werken er nu twee andere dames. Een nogal dikke dame van middelbare leeftijd en duidelijk jongere vrouw. De laatste oogt een tikkeltje Aziatisch en zit aan de balie, zij vraagt vriendelijk, “wat kan ik voor u doen?” Wat een vriendelijkheid, wat een beleefdheid, dat doet een Euroburger goed, denkt Gijs. Hij haast zich te zeggen, dat hij komt om een buitenlands rijbewijs om te ruilen voor een Frans en …… Nog voor hij de kans heeft om zijn verhaal af te maken, valt de dikke mevrouw hem in de rede. “Nee, nee, meneer, dan moet u naar de Préfecture en dat is u de laatste keer door mijn collega heel goed uitgelegd.” Barst,” flitst het door zijn kop, “dat is die ‘thee-erru-thee’ die toen met die twee middelvingers zat te tikken.” “Oh,” flapt hij er dan uit, “ u bent die dame die hier twee jaar geleden zat te tikken? Knap van u, dat u dat allemaal nog weet, maar sorry, ik had u echt niet herkend. U bent nu wat voller” en hij maakt daarbij demonstratief gebaren met zijn handen rond zijn hoofd en heupen. Verknalt, gigantisch verknalt, weer een vriendin minder.
Hij groet de dikke dame beleefd en bedankt heel vriendelijk het aardige vrouwtje aan de balie.
“Zo,” zegt hij eenmaal buiten tegen zijn vrouw, “nou eerst un lekkere kappusieno met un gebakkie en den gane we naar de Prefetuur.”

Bij de Préfecture wacht weer een verrassing, de afdeling “Service Permis de Conduire» is met ingang van vandaag gesloten. De afdeling blijft twee weken dicht, want het personeel is op Formation. Gijs naar de receptie, “Bonjour, meneer, wat is dat voor Formation?” “Onze ‘rijbewijs ambtenaren’ krijgen les om beter met de informatica te kunnen werken en parallel daar aan, een training om beter met moeilijke klanten om te gaan.” “Dat is nog eens goed nieuws,” roept Gijs. “Hoezo,” vraagt die meneer. “Nou, ik ben waarschijnlijk een van die moeilijke klanten.” De man moet lachen, steekt zijn hand uit en zegt, “dan wens ik u ‘bonne chance’ en tot over veertien dagen!”

Veertien dagen later is het bij de Préfecture steen en steendruk. In de centrale hal zijn paaltjes met touwen neergezet, om de mensenstroom in banen te leiden. Het lijkt de Efteling wel. Iedereen die binnen komt, wordt door die touwen, langs de receptie gedwongen. “Gaan wij niet doen hoor, kijk, gewoon dossiermap onder je arm dan lijken we net ambtenaar, kop op en over dat touw stappen,” stelt Gijs zijn vrouw gerust. “Bovendien kennen we hier de weg en ik moet ontzettend nodig plassen.” Ze stappen over de touwen, slaan de gang in en Gijs duikt gelijk het toilet in. Als hij is uitgepuppeld en netjes zijn handjes heeft gewassen, voegt hij zich weer bij zijn vrouw, die bij een loket staat te wachten. Zij zijn de enige bezoekers en Gijs gaat naar het loket onder de grote tekst, “Service Permis de Conduire.” Onder dat paneel en achter het loket, zit een kleine vale tengere dame, waarvan de houdbaarheidsdatum al lang is verstreken. Kan zij niets aan doen natuurlijk, de Prefect is gewoon vergeten, haar met pensioen te sturen. Zij kijkt Gijs vijandig aan en vraagt “heeft u een afspraak?” “Nee, maar ik heb wel een heel groot probleem en ik ben hier, omdat ik geloof dat u mij daarbij kunt helpen,” antwoord Gijs. Hij vertelt haar op “vertrouwelijke” toon, dat hij al bij de Sous-préfecture is geweest en dat ze daar hebben gezegd dat hij, niet bij hen, maar bij de Préfecture moet zijn. Nog “vertrouwelijker” vertelt hij, dat hij zich een beetje van het kastje naar de muur gestuurd voelt. Gijs ontdekt een begrijpende blik in haar ogen en gaat op de ingezette toon door. “De Franse administratie en de wet- en regelgeving, is voor buitenlanders verschrikkelijk gecompliceerd en niet in de laatste plaats, de Franse taal natuurlijk. “Maar u spreekt heel goed Frans,”zegt ze bijna teder en dan bemoedigend, “u kunt u best redden met onze taal, echt waar.” Gijs begint haar bijna lief te vinden, maar zegt, “toch zou ik het heel fijn vinden als u mij zou kunnen helpen, om alle formaliteiten volgens de regels van de Franse wet af te handelen.” “Maar, natuurlijk, dat spreekt vanzelf, daar ben ik voor,” kirt ze gelukzalig en enthousiast.

“Laat eens kijken wat heeft u allemaal bij u.” Gijs geeft haar zijn dossier en zij begint aan de hand van een lijstje te controleren of alle noodzakelijke bewijzen er zijn. “Ik ga alvast een dossier aanleggen,” zegt ze en pakt wat papieren en loopt naar het kopieerapparaat. Gijs roept, “mevrouw, het zijn allemaal al kopieën!” “Oh, dat is niet erg,” roept ze terug en gaat gewoon door met kopiëren. “Ut laik baikant  wel un ope inrichting,” fluistert Gijs. “Doe mij een plezier en houd je gemak,” sist zijn vrouw en knijpt hem gemeen in zijn arm.
Het frêle bejaarde vrouwtje komt weer naar het loket en begint, ditmaal “spraakgestuurd,” nog een keer te controleren of ze nu alle bescheiden heeft. Zij somt, mompelend op;
·  “Un, un justificatif de domicile, ah, oui faktuur téléphone, EDF (elctriciteit)
·  Quittance d'assurance (bewijs van verzekering, o.g., inboedel, w.a.),
·  Titre de propriété (notarisakte)
·  formulaire de demande, Cerfa (aanvraagformulier buitenlands rijbewijs omzetten),
·  3 photographies d'identité, (pasfoto’s),
·  la photocopie permis de conduire, (fotocopie huidige rijbewijs),
·  pièce d'identité, (paspoort)

Ze is heel tevreden en gaat, onder toezicht van Gijs, weer een formulier invullen. “Volgens mij,” begint hij voorzichtig, “heb ik dat al ingevuld, kijk daar ligt het.” “Niet erg,” zegt ze en gaat stug door met schrijven. Als ze klaar is met schrijven, verdeelt zij de papieren. Een kopie van het rijbewijs en de aanvraag medische keuring voor E voor B gaan met drie pasfoto’s in een grote envelop geadresseerd aan de Sous-préfecture. De resterende papieren met een pasfoto, gaan in een map. “Zo,” zegt ze, “dat is klaar, ik stuur deze envelop met de navet (pendeldienst interne post) naar de Sous-préfecture. Over een paar weken ontvangt u een oproep voor de medische keuring.”

Een maand later ontvangt Gijs een “Convocation à visite Médicale.”
Gijs heeft een afspraak over twee maanden om twee uur 's middags bij de Sous-préfecture. “Dat is heel mooi, want dan ben je na de lunch (de Franse lunchtijd duurt twee uur) gelijk aan de beurt,” zegt zijn vrouw.
Op de dag van de keuring, blijkt voor de zoveelste keer, dat het maken van officiële afspraken in Frankrijk niet werkt! De artsen komen pas om kwart over twee binnen huppelen en het secretariaat roept de kandidaten doodleuk, in volgorde van binnenkomst af, niks afspraak!

Op het secretariaat ontvangt iedereen een lijstje met vragen als;
Aan wat voor ziekten heeft geleden?
Lijdt u nu aan een ziekte?
Gebruikt u medicijnen?
Hoeveel alcohol drinkt u per dag?
Hoeveel alcohol drinkt u per week?
Hebt u nu alcohol gedronken?
De kandidaten moeten dat in de wachtkamer, naar waarheid invullen en ondertekenen.
De keuring zelf, heeft niets om het lijf.
Gijs is om kwart voor drie aan de beurt, stapt de spreekkamer binnen, daar zijn twee artsen. Een hij, die zit achter een bureau en een zij en die zit met een bil op dat bureau. Hij is de schrijver en ontfermt zich over de documenten en zij is voor de uitvoerende taken. Het meten van lichaamslengte, gewicht, pols, bloeddruk, even luisteren met de stethoscoop op de borst. Als zij daar mee klaar is, vraagt ze of Gijs nog een kunstje voor haar wil doen. “Voor jou altijd,” zegt Gijs. Hij moet de armen naar voren strekken, de vingers spreiden en dan, als een ooievaar een been optrekken. “Prima, mooi gedaan, alles is goed, wilt u mij maar volgen?” Gijs loopt achter haar aan naar het secretariaat en neemt afscheid met een “merci beaucoup docteur.”

Madame de administratrice is op een magische manier mijn papieren aan het manipuleren. Rangschikken, schudden en dan weer anders rangschikken, stempelen, ieder velletje krijgt twee stempels. Ondertussen zit zij luidkeels een stagiaire uit te leggen hoe belangrijk het is, de dossiers goed op orde te brengen. Dat lieve kind knikt instemmend, zwijgt en kijkt intussen genadeloos scheel. Gijs moet onwillekeurig aan “balletje-balletje” denken, dat geraffineerde spel met drie bekertjes en een balletje, die bekertjes worden met hoge snelheid door en langs elkaar geschoven en dan moet je raden onder welk bekertje het balletje ligt.
 Nu, op dit secretariaat doet die madame hetzelfde, maar dan met Gijs zijn papieren. Uiteindelijk schijnt ze er toch uit te zijn, wat, wat, is en ze hecht een paar papieren, voorzien van mijn portret, aan elkaar. Zij legt deze in een plastic bakje, maar bedenkt zich en pakt die papieren er weer uit. Vraagt aan Gijs of hij toevallig in de gelegenheid is om bij de Prefektuure langs te gaan. “Hoezo,” vraagt hij. “Nou eigenlijk om de zaak voor u wat te versnellen, want er rijdt nu geen navet, het is augustus hè, de vakantie.” “Oké, ik snapt het,” zegt Gijs, “Frankrijk viert haar vakantie, maar is de ‘Service Permis de Conduire’ bij de Prefektuur dan wel open?” “Jazeker, maar alleen ’s morgens van negen tot twaalf uur.” “Goed geeft u mij de papieren maar, dan ga ik daar zelf wel even langs.”
Dat had Gijs dus beter niet kunnen doen!

“Kaik nou es,” zegt Gijs, “de ambtenare benne op vakansie, maar ut pebliek zo te zien niet, ut laik wel kerremes.” Zijn vrouw en hij slalommen door de menigte en gaan direct naar het bekende loket. Het ouwe stoffige wijfie is er nog.
“Bonjour, nog niet op vakantie?” “Nee, morgen, dan is mijn collega terug. Wat komt u doen?” “Ik kom om mijn rijbewijs om te ruilen, weet u nog wel?” “Nee, daar weet ik niets van.” Gijs, totaal verrast, kijkt de twee mensen die na hem gekomen zijn eens goed aan, wisselt een blik met zijn vrouw en kijkt dan nog eens goed rond, of er niet ergens een verborgen camera staat opgesteld. Niet helemaal op zijn gemak, probeert hij het nog keer. “Ik was hier drie maanden geleden, toen hebben wij samen de papieren ingevuld en heeft u een dossier gemaakt en ook de medische keuring geregeld.” “Sorry,” zegt ze heel nerveus, “maar dat kan ik me helemaal niet herinneren.” “Niet erg,” stelt Gijs haar gerust en denkt bij zichzelf, “ze zal toch niet seniel weze, ze is aars behoorluk de kluts kwait!”

“Omdat er deze maand, volgens het secretariaat van de medische keuring, geen navet rijdt, kom ik zelf de papieren brengen.” Gijs geeft haar de papieren, zij bladert ze door en “ongeloveloos,” zegt, “er mankeren de ‘justificatif de domicile’ en twee pasfoto’s.” “Maar, lieve mevrouw, die heeft u in mijn dossier gedaan,” roept Gijs nu geamuseerd. “Dit ken hartstikke leuk worre,” denkt hij en kijkt nog eens rond of hij echt niet in beeld is.
Gijs hervat op zijn gemak, het gesprek. “Ik heb u zelfs drie pasfoto’s gegeven plus kopieën van de telefoon- en de gas en lichtrekeningen. De kopieën heeft u in een dossier gedaan en de drie pasfoto’s in de envelop voor de medische keuring. Op het secretariaat van de keuring hebben ze nog een foto gevraagd, dat zijn er dus al vier! Een man uit het publiek, er zijn nu al vier wachtende na Gijs, roept, “voor zover ik weet, zijn er maar twee pasfoto’s nodig.” Het vrouwtje raakt nu van haar stuk, daarom spoort Gijs haar aan, om eens te gaan kijken of zij het dossier kan vinden. Zij gaat, onzeker, op zoek en komt enige tijd later met lege handen terug, maar bevestigd toch dat zij een dossier heeft. “De ‘justificatif de domicile’ zit in het dossier,” beaamt zij, “maar er ontbreken toch de ‘avis d’imposition taxe d’habitation’ recto verso en de pasfoto’s. De pasfoto’s op de papieren die u mij geeft zijn gestempeld en die kan ik niet gebruiken voor het rijbewijs. Ik vind het heel erg voor u, maar sorry, ik kan het niet veranderen. Gijs, die nu weet dat hij het publiek aan zijn kant heeft, besluit te gaan onderhandelen en zegt, “goed ik stuur u nog twee pasfoto’s, dat zijn er dan zes in totaal, maar dan laat u de ‘avis d’imposition taxe d’habitation’ recto verso vallen, want tenslotte heeft u al kopieën van de telefoon- en de gas en lichtrekeningen.” "Oké," zegt ze opgelucht. “Naar wie moet ik dat opsturen,” vraagt Gijs. “Ik zal het voor u opschrijven,” zegt zij nu weer heel gedienstig. Terwijl ze zit te schrijven, verklapt ze met zachte stem, “ik kan mij u helemaal niet herinneren, maar uw vrouw herken ik wel.”
Gijs kijkt haar met stijgende bewondering aan en denkt, “wat zeg je van zo’n overjarige theetante!”

Met een zekere triomf, zo van, heb ik dat even goed afgehandeld of niet, geeft ze Gijs een papiertje met het adres. “U bent klaar,” vraagt Gijs. “Ja, dit is alles en zo gauw als uw pasfoto’s binnen zijn sturen wij uw rijbewijs.” “Moet u mijn huidige rijbewijs niet hebben dan?” “Die heb ik in uw dossier gedaan.” “Maar nee, beste mevrouw, dat is een kopie!” “Ja, maar ik moet uw echte rijbewijs hebben.” “Dat zeg ik,” declameert Gijs theatraal en overhandigd haar het rijbewijs. “Merci, monsieur, au revoir.” “Krijg ik geen bewijs, dat ik mijn rijbewijs heb afgegeven?” “Ja, ja, ja, ik was al van plan u dat te geven.” Zij slentert weer weg en komt na vijf minuten terug met een gewichtig document, een “atte station.”

Deze attestation moet, ondanks de Formation, nog met de hand ingevuld worden. Gijs kijkt mee en leest met gepaste bewondering, de kop van het document.

DIRECTION DE LA REGLEMENTATION
ET DES LIBERTES PUBLIQUES
BUREAU DES USAGERS DE LA ROUTE

 

ATTESTATION
LE PREFET DU DEPARTEMENT,
ATTESTE

Het vrouwtje is bezig, Gijs zijn voornaam in te vullen en daar gaat het al fout. Guis, schrijft zij in plaats van Gijs. Bij het invullen van de geboortedatum gaat het weer fout. Ze laat Gijs tien maanden later geboren worden. Dat is nog niet alles, het is ook niet de juiste attestation. Dit formulier is bedoeld als bewijs voor het afgeven van een buitenlands rijbewijs, dat is uitgegeven in een niet-lidstaat van de Europese Unie. Gijs zegt niets en laat voor wat het is, want de mensen achter hem worden ongeduldig. Hij neemt het foute papier in ontvangst, zegt Adieu tegen het breekbare schepsel en wenst de achterblijvers bon courage.
Eenmaal buiten zegt Gijs tegen zijn vrouw, “geloof jij, dat die twee weken Formation, was bedoeld om die gasten efficiënter te laten werken met informatica? Ik heb daar geen pc gezien, ze vullen alle formulieren nog met de hand in. Nee, hoor, die gasten hebben een Formation ‘verscherpt vreemdelingenbeleid’ gehad en een training simultaan stempelen.”

Poids lourd = i.d.g. vracht verkeer