maandag 11 maart 2013

La Haute Cuisine

De Fransen gaan prat op hun “Haute cuisine.” Hier in de Vendée is daar weinig van te merken. Vreetschuren genoeg, maar restaurants met kwaliteit zijn zeer schaars. Dat is in Frankrijk een nationaal probleem. Met het razend populaire tv programma, “Masterchef,” willen de nationale topkoks dat weer nieuw leven inblazen. .
Wat de meeste restaurants van dat programma als eerste overnemen, is het zogenaamde, is het minimalisme, dus weinig op je bord. De kwaliteit camoufleren ze met het uitbundig versieren van de schotels en trendy tafelservies. En om kwaliteit te suggereren, hebben ze, vooral in de regio’s, allerlei onderscheidingen bedacht, zoals bijvoorbeeld een zilveren koksmuts of een gouden pollepel. Een ding weet ik zeker, ze gebruiken allemaal een gouden vork om de rekening te schrijven. Gelukkig lukt het af en toe een nieuw en acceptabel eethuis te scoren.
Dat nieuwe restaurantje ligt, nota bene, vlakbij. Dus hoog tijd om dat eens uit te testen. Het pand ligt een beetje verscholen, maar ziet er grappig uit. Wij naar binnen, interieur ziet er gezellig en verzorgd uit. Ook de ontvangst is vriendelijk, jassen worden aangepakt en een “oberres” leidt ons naar een tafeltje. Zelfs de stoelen schuift zij weg en aan. Tot zover dus heel netjes. 
Amuses
Wij krijgen de menukaart en bestellen alvast een aperitief, een rode Port. Terwijl wij de kaart bestuderen, komen er twee stukken leisteen naar onze tafel draven. Op die leistenen platen staat wat poppenservies, twee kleine glaasjes, een sauskommetje en een soort soepterriennetje, allen gevuld met een theelepeltje smurrie. Dat zijn de amuses die bij het aperitief horen, een tartare met langoustines en crevettes en de andere een tapenade variation foie gras. Een ander “oberresje” brengt de port aan tafel. Nou heb ik vele soorten portglazen gezien, maar deze zijn bijzonder, een kristallen bloempot. Zo een waar Anita met de kerst de drijfkaarsjes in laat rond dobberen. De inhoud is nauwelijks waar te nemen. Kijkend in het glas, merk ik dat de bodem nat is. Dan kijk ik het “oberresje” quasi misprijzend aan, wijs naar het glas en vraag, “wil je me dronken hebben of zo?” Duidelijk aangeslagen, reageert zij geschrokken, “oh, nee, nee, nee, meneer, het is maar 4 cl. Port.” Omdat het lieve kind zo is geschrokken, trek ik een brede lach op mijn gezicht en zeg dat het maar een grapje was. Opgelucht bedankt zij en vertrekt.
Intussen zetten wij onze zoektocht over de kaart voort. Vele bekenden, zoals, langoustines, foie gras, escargots, bar en coquille de St. Jacques passeren de revue. Maar bij het lezen van, “quasi de veau,” val ik weer helemaal uit mijn rol als ideale gast. Ik wijs Anita op de kaart en zeg, “kijk, dat zal ook wel paardenvlees zijn.”
Quasi de veau
Tegenwoordig, met al die voedsel “schandalen,” weet je niet meer, wat je echt op je bord krijgt. Stoutmoedig en met vertrouwen in onze smaakpapillen maken wij een keus. We vallen van de ene verbazing in de andere. De gerechten zijn niet alleen à la haute cuisine opgemaakt, maar smaken ook nog eens lekker. Dan maakt het toch ook geen ruft meer uit, of het nu kameel, dinosaurus of walrus is. Slamat makan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten