zondag 3 maart 2013

Aalscholver.


Anita en haar autootje, dat is een bijzondere relatie. Zij liefkoost haar micraatje en is er ook heel voorzichtig mee. Als het regent, mag haar micraatje niet naar buiten, dan heeft zij garagearrest. Vandaag schijnt, na een regenperiode van ruim twee maanden, eindelijk de zon. Anita is goed geluimd en vindt dat zij met dit mooie weer, wel wat boodschappen kan doen. Zij haalt haar micraatje van stal, grijpt de “teugels” en rijdt zorgvuldig de garage uit. Jan, haar schaduw, sluit de garagedeuren, opent de poort en zij draait de weg op. Op de weg stopt ze en wacht op Jan. Als Jan in de gordels zit, vertrekken ze. Het micraatje zoeft bijna geluidloos over het asfalt. Beiden kijken ze met bewondering om zich heen. Het volle zonlicht over de marais, levert een prachtig schouwspel. De weilanden staan nog onder water en glinsteren als kristal en de dauwdruppels aan de riethalmen zien eruit als transparante parels. Terwijl Anita en Jan, kraaien van plezier en genieten van het heerlijke voorjaarsweer, schiet er plotseling een donkere silhouet de weg op. Een aalscholver, pats, pats klets, allemaal klodders op de voorruit. Anita boven op de rem en baf, stop. Jan kreet geschrokken, “nôh, jô, die scheet bagger!” Bekomen van de schrik zet Anita de ruitenwissers aan. Wat een smurrie, hele voorruit smerig grijs! Lijsters en reigers hebben de naam dat ze enorm kunnen schijten, maar dan is de aalscholver, vast buiten beschouwing gebleven. Enfin, zo goed en zo kwaad als het gaat, de voorruit schoonmaken en naar huis. Thuis blijkt, dat niet alleen de voorruit is bescheten, de hele voorkant en zelfs het dak zaten onder de drek! Anita onmiddellijk aan de grote schoonmaak en het slachtoffertje, haar micraatje, komt voorlopig even niet meer buiten. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten