vrijdag 3 december 2010

Maryvonne en Gaston.

De winter heeft nu ook de Marais in zijn greep. De lucht is homogeen grijs, de omgeving is wit en het is berekoud. Van de weinige huisjes die er staan zijn ramen en deuren geblindeerd. Het ziet er uit als een onbewoond en verlaten vakantiedorp. Toch wonen er mensen, dat kan je zien aan de rook die uit de schoorstenen omhoog kringelt. Wat opvalt, is dat bij één huisje de deur wagenwijd open staat.

Dat is de keukendeur van Maryvonne en die staat altijd open, zomer en winter. De warme lucht die door de deur naar buiten komt, is een mengeling van aangename geuren. De geuren van brandend eikenhout, koffie en de bakkerij, want Maryvonne heeft altijd wat op het vuur en in de oven. Je komt nooit ongelegen, het is er altijd warm en de koffie met koek of cake staan klaar. Voor Gaston, haar man, die even gastvrij is als zij, is twaalf uur het moment waarop hij vindt dat het tijd is voor om iets te vieren. Als hij op zijn horloge kijkt en ziet dat het “midi” is, dan zegt hij, “bon c’est l’heure”  en stapt naar de lekkere warme keuken van Maryvonne binnen.

Het is in de wijde omtrek bekend dat je om “midi” bij Maryvonne en Gaston terecht kunt voor een bak koffie met een homp koek of cake. Van bescheiden porties hebben ze nog nooit gehoord. Tijdens de koffie biedt Gaston, steevast, een opwarmertje aan. Een cognacje of een Eau de Vie (Brandewijn) in de koffie.  Na de koffie komen de glazen en de Trouspinette op tafel. De Trouspinette is een aperitief van de streek en Gaston maakt deze zelf. Hij knipt de jonge takken van de épine "sleedoorn" en laat deze marcereren in een vat Eau de Vie. Later voegt hij daar zijn eigen gemaakte wijn en suiker aan toe. Of het goed is voor de gezondheid is nog niet onderzocht, maar dat het lekker is bewijst de enorme aftrek. Gaston is zo’n beetje de Hofleverancier van de Trouspinette of de Épine, zoals de drank in de Marais genoemd wordt. Voor de grote schare vrienden en geregelde bezoekers is Gaston een autoriteit. Zij noemen Gaston “Le Baron” en de cave bij zijn boerderijtje heet tegenwoordig “Château du Chef”.

Maryvonne is een zeer gewaardeerd gastvrouw en is alom bekend door haar bakkunsten. Haar grootste  culinaire specialiteit is haar eiercake. Zij presenteert die dan ook heel vaak en in omvangrijke brokken bij de koffie. Als zij de eiercake uit haar houtgestookte oven haalt, geloof je je ogen niet. Dan verschijnt er een gigantische bakvorm van meer dan dertig centimeter met daarin een cake, zo enorm groot dat hij er met kop en schouders boven uitsteekt. Het bakresultaat lijkt op een hele grote paddenstoel, een soort nucleaire spacecake.

Als zij haar favoriete mes pakt, om haar volumineuse cake aan te snijden, deins je onwillekeurig een beetje achteruit. Het werktuig waarmee zij frivool de cake staat te versnijden, lijkt meer op een klewang dan op een mes. De kwaliteit en de smaak van het eierbaksel is niet verkeerd, hij is alleen wat droog. Dat laatste is geen probleem, omdat Gaston met gulle hand drank serveert om die droge hompen weg te spoelen.

‘s Winters zie je zo rond twee uur ’s middags, af en toe enkele arbeiders, die bij Maryvonne en Gaston de lunch en het gelag genuttigd hebben, weer naar buiten komen. Zij zijn dan meestal in een opperst beste en een beetje uitgelaten stemming. Een beetje drank tegen de kou is goed, vinden ze hier op het platte land. Bovendien is de “Eau de Vie” een wondermiddel en bij uitstek geschikt om allerlei nare kwalen te bestrijden. Het is een perfect middel tegen de griep, hart en vaat ziekten, cholesterol, reuma, artrose, enzovoort. Helaas heeft een te grote groep vijftig plussers in deze streek daar allemaal last van. Maar zoals ze hier zelf zeggen, “Bof, tant pis, c’est la vie!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten