zondag 28 november 2010

Lange Jelle

Lange Jelle is een aparte verschijning, zeventig jaar oud, lang, breed en uitgedost met een woeste baard en een geweldige bos haar. Hij loopt niet, maar stampt, met grote ongecontroleerde passen. Lange Jelle beweegt als een gehandicapte Goliath en werkt als een briesend paard. Hij woont en leeft alleen in een gerestaureerde wijnboerderij, ongeveer zes kilometer buiten het dorp. Het schijnt dat hij niet is aangesloten op het electriciteits net en dat hij met een oude trekker en een oude generator zelf stroom opwekt. Lange Jelle is iemand waarvan je je afvraagt, “wat doet hij in godsnaam in Frankrijk?”. Het is best een aardige kerel, maar hij heeft een ernstig gebrek aan contactuele eigenschappen, heeft vriend noch vriendin en spreekt bovendien geen Frans. Zijn vocabulaire beperkt zich tot de woorden, merci, bonjour, promotion, combien en compris. Het lukt hem zelfs om deze woorden door elkaar te halen.

Lange Jelle staat op een dag in de grootste bouwmarkt in Frankrijk en wil een schotelantenne kopen om de Nederlandse zenders te ontvangen. Hij ziet een verkoper lopen en buldert, wijzend naar de schotelantenne “hé, compris”. Het effect is enorm, want als Lange Jelle gaat praten, gaat er een enorme galmkast open en hij begint zijn zinnen altijd met “hé”. De verkoper is ontzet en staart Lange Jelle verbaasd en niet begrijpend aan. Cees, die een paar stellingen verderop wat boortjes aan het zoeken is, herkent de galmende stem van Lange Jelle en schiet hem te hulp. Hij legt de verkoper uit dat Lange Jelle “combien” bedoelt en dus wil weten hoeveel de schotelantenne kost.

Zelf lijkt Lange Jelle er niet onder gebukt te gaan, want hij stapt blijmoedig overal op af. Hij heeft natuurlijk ook zijn imposante postuur mee. Lange Jelle is ook wel een vrek, hij wast zichzelf met regenwater en schaft zelden iets aan dat niet in de aanbieding is. Het is dan ook geen verassing als Lange Jelle de verkeerde dingen koopt, omdat ze voordelig geprijsd zijn. De schotelantenne die hij toch uiteindelijk gekocht heeft, ontvangt drie Franse en ongeveer zestig Arabische en Turkse zenders, maar geen Nederlandse. Ook bij de supermarkt gaat het regelmatig fout. Het goedkope vlees dat Lange Jelle in zijn mandje gooit, komt uit het koelvak “animaux domestiques”. Dat vlees is niet voor menselijke consumptie, maar voor huisdieren, dus voor hond of kat. Toegegeven, het is in Frankrijk misschien misleidend, omdat in de supermarkten het vlees voor huisdieren in dezelfde koelvitrine ligt als het consumptie vlees. Toen een landgenoot per toeval ontdekte dat Lange Jelle het verkeerde vlees pakte, heeft hij hem verteld dat, dat vlees eigenlijk voor dieren is. Lange Jelle pareerde, "och, wat goed is voor het beest, is goed voor de mens”.

Met zijn leven als solitair heeft Lange Jelle meer moeite. Hij is met enige regelmaat op zoek naar een vrouw, lees “hulp in de huishouding”, maar ja, omdat het niets mag kosten, is de spoeling dun. Bovendien staat Lange Jelle er op, de regie in eigen hand te houden en de porte-monnaie afstaan kan je wel vergeten. Huishoudgeld vindt hij totaal overbodig, want de inkopen doet hij zelf. Toch zijn er af en toe wel eens vrouwen over de vloer, maar dat is dan meestal van korte duur. Als je Lange Jelle vraagt naar zijn ervaringen met de vrouwen, verteld hij heel openhartig over het hoe en waarom zij zijn vertrokken.

“De eerste, die verschrikkelijk mooie Thaise vrouw, heb ik weggestuurd omdat zij haar kind, een jochie van elf jaar, uit Thailand wilde laten overkomen.
De tweede, kon niet koken, niet behangen en wilde maar één ding, dat ik, ‘s morgens, ‘s middags en ‘s avonds uit de broek ging.
Nummer drie lag, zowat iedere nacht, zo gewelddadig te ruften met haar dikke kont, dat de sprei van bed vloog.
De laatste had het na een week al bekeken. Zij stond op een ochtend met gepakte koffers voor me in de keuken, of ik haar maar even naar de trein wilde brengen. Ik heb het helemaal gehad, zei ze, want twee kapiteins op een schip dat trek ik niet.”

Lange Jelle laat zich door niets ontmoedigen en gaat gewoon door met van alles en nog wat, behalve met Franse les. Met verbouwen en verbeteren van zijn huis, met het aanleggen van zijn park van twee en half hectare en met het handelen in Friesche stamboek paarden. Wat waar is, is waar, alles wat uit zijn handen komt is perfect. Hij heeft daarbij niemand nodig en doet alles eigenhandig en alleen. De enige hulp die hij min of meer verwacht van landgenoten, is bij het afhandelen van formulieren, bijvoorbeeld voor de Belasting en Gemeente. Dat doet Lange Jelle op zijn eigen specifieke manier. Plotseling staat hij voor je neus met documenten te zwaaien en buldert dan, “hé, jij mot dat effe invulle”! Er is natuurlijk geen mens die dat weigert bij zoveel verbaal geweld. Op de vraag, “wat moet er mee gebeuren?” antwoordt hij steevast, “weet ik veel, jij heb gestudeerd”. Hij schroomt ook niet om je mee te sleuren naar een winkel, een bouwmarkt, de Belasting of de Gemeente om verhaal te halen of om een en ander toe te lichten. Maar altijd neemt hij opgewekt afscheid met een “merci tot volgende keer”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten